Christus wordt als klein kind geboren, als “infans”.
En “infans” betekent “die nog niet kan praten”;
Jezus, het Woord, verschijnt als sprakeloos kind.
Hij zwijgt in het vlees,
spreekt door de engelen,
die Hem aan de herders aankondigen
als de Herder der herders.
“Viert de dag die uit de dag geboren werd,
viert het heil van God;
verkondigt zijn glorie onder de natiën
en zijn wonderdaden temidden der volkeren.” (ps. 95,2-3)
Hij ligt in een kribbe,
maar Hij draagt de wereld;
Hij laat zich voeden,
maar is zelf voedsel voor de engelen;
Hij wordt in doeken gewikkeld,
maar Hij bekleedt ons met onsterfelijkheid;
Hij vindt geen plaats in de herberg,
maar bereidt zich een tempel in het hart der gelovigen.
De sterkte heeft zich tot die maat van zwakheid gedwongen
om aan de zwakheid een goddelijke kracht te schenken.
Moge de Liefde in ons hart ontvlammen,
zodat wij de eeuwigheid bereiken.
Uit preek 190.
(Uit: OV 73)