Heel graag wil ik u, mijn dierbaren, wijzen op het goede van barmhartigheid. Jazeker, ik heb dikwijls ervaren dat u actief bent in allerlei soorten goede werken. Toch wil ik in deze preek een zorgvuldige bijdrage leveren over dit onderwerp.
De vraag luidt: wat is barmhartigheid?
Niets anders dan de pijn van een ander in je hart. Het Latijnse misericordia (barmhartigheid) komt van de pijn van een ongelukkig mens.
Je hoort er twee elementen in: pijn (miseria) en hart (cor). Wanneer de pijn van een ander jou raakt en je hart treft, heet dat misericordia.
Let maar op, dierbare broeders en zusters:
alle goede werken die we tijdens ons leven doen hebben te maken met barmhartigheid. U geeft bijvoorbeeld brood aan een hongerige:
doe dat vanuit een barmhartig hart, niet met minachting. Anders behandelt u iemand die uw gelijke is als een hond. Als u dus barmhartigheid betoont of brood geeft, voel dan mee met de hongerige.
Als u drinken geeft, voel mee met de dorstige.
Als u kleren geeft, voel mee met de naakte.
Als u gastvrijheid verleent, voel mee met de reiziger.
Als u op ziekenbezoek gaat, voel mee met de zieke.
Als u een overledene begraaft, voel mee met de dode.
Als u een geschil bijlegt, voel mee met de ruziemakers. Als wij houden van God en van onze naaste, doen we dit alles niet zonder hun pijn te voelen in ons hart.
Dit zijn de goede werken die ons tot christenen bestempelen.
Ja, de heilige apostel Paulus zegt: “Laten we dus, in de tijd die ons nog rest, voor iedereen het goede doen.”
Uit: Bidden met je handen; Sermo 358A, 1