TER HERINNERING (tekst bidprentje)
Wilhelmus (Wim) Theodorus Gerardus Sleddens
Bergeijk, 11 september 1934
Eindhoven, 27 september 2020
1ste Geloften: 10 september 1954 te Witmarsum
Priester gewijd: 2 april 1960 te Nijmegen
Wim heeft veel functies bekleed tijdens zijn rijke leven.
Zijn studies in de Theologie werden bekroond met een doctoraal diploma, cum laude, in 1966. Wetenschappelijk medewerker aan het Interuniversitair Instituut voor Missiologie en Oecumene te Utrecht van 1970-1979.
Bouwpastoor in Lindenholt van 1984 – 2000. Lid van het Generaal Bestuur OSA in Rome van 2001-2007. Na korte verblijven in Nijmegen en Leuven werd hij Conventualis van Mariënhage in Eindhoven.
Wim was een onvermoeid reiziger, een pelgrim, altijd onderweg. Halsreikend uitziend naar het ene doel. (Santiago de Compostela, Pieterpad, 7x de Vierdaagse)”Hier onderweg, daar in het Vaderland”. “Broeders en Zusters, laten we nu dus zingen, niet om te genieten van de rust, maar omonze arbeid te verlichten. Zoals reizigers gewend zijn te zingen: zing, maar loop wel door! Verlicht uw arbeid door te zingen. Treuzel alstublieft niet. Zing, maar loop wel door. Wat houdt dat nu in: “loop door”? Voortgang maken, maak voortgang in het goede. Als u voortgang maakt, loopt u door. Maar doe het dan wel in het goede, in oprecht geloof, in een goede levenswandel. Zing en loop door. Dwaal niet, keer niet terug en blijf niet staan”. (Augustinus preek 256,3)
Wellicht kunnen we het leven van Wim samenvatten in deze overweging van zijn leraar-voor- het-Leven: Augustinus.Hij heeft nu zijn doel bereikt. Dagelijks zullen zijn medebroeders, de leden van de Familia Augustiniana en zoveel anderen, aan hem denken bij het lezen en overdenken van de teksten die hij met zorg heeft uitgekozen voor het Getijdengebed van iedere dag. Wim Sleddens ligt begraven op het kloosterkerkhof in Eindhoven. Dit graf is niet publiekelijk toegankelijk. Om het te bezoeken hebt u toestemming van de DELA nodig.
WELKOMSTWOORD IN DE AFSCHEIDSVIERING OP 3 OKTOBER 2020
Welkom ieder van u: medebroeders die het leven met Wim in zoveel verschillende omstandigheden en bezigheden hebt gedeeld. Wij hebben veel te danken aan de spiritualiteit van Augustinus die hij in woord en houding bij ons verstevigde. Welkom broers en zussen, neven en nichten, met wie hij vaak en stil, en hecht verbonden was. U bent zeker de laatste tijd zo zwaar beproefd, maar niet zonder hoop. Welkom intense en oppervlakkiger vrienden wier hart hij gestolen heeft, oud en jong, vanuit allerlei achtergronden. Een bootvluchteling schreef me: ik wil mijn grote dank uitspreken voor Wim die sinds 1984 tot nu toe betrokken was bij de Vietnamese bootvluchtelingen.
Wim was in zijn vrije tijd een verwoed puzzelaar: met eindeloos geduld zocht hij op veel terreinen de stukjes bij elkaar. Voor mij en voor ieder van ons dragen we stukjes van de puzzel van zijn leven met ons mee. Die kunnen we bij elkaar leggen, maar de puzzel komt nooit af. We kunnen ons afvragen wélk stukje wáár bij past. En zelfs als we ze samen zouden leggen, ontbreken er veel. We vertrouwen Wim met veel verdriet, bewondering en dankbaarheid toe aan de grote ontwerper: die zal van ál zijn stukjes een schitterende eenheid maken.
Dus: enkele – lang niet volledige – puzzelstukjes: Wim werd geboren op 11 december 1934 in Bergeijk. Hij overleed jl. zondag 27 september in Eindhoven. In 1953 werd hij Augustijn; studeerde van 1956 – 1959 in Rome; werd in Nederland tot priester gewijd in 1960.
Misschien een keerzijde daarvan was – wat een provinciaal hem schreef toen hij nog jong was: “neem de dingen van jezelf uit een beetje licht”.
Wim was een verwoed wandelaar, lange tochten: de vierdaagse van Nijmegen, een pad naar Santiago de Compostella, tochten in Nederland. Maar daaronder was Wim – denk ik – hartstochtelijk op zoek naar een thuis: gedeeltelijk vond hij dat zeker bij zijn vrienden en een aantal medebroeders, maar hij kon dat niet altijd vinden in onze conventen.
Wat Augustinus beleed is zeker ook op zijn Godsvertrouwen van toepassing: “Onrustig is mijn hart totdat het rust vindt in U”. Op een twintigeeuwse manier wordt dat alsmaar reizen bezongen in het lied: ‘Hoever te gaan …’
Paul Clement o.s.a.