algemeen
Dit fresco stelt een van de vele bekeringsgesprekken voor die Augustinus als pastor en bisschop voerde. Als bisschop treedt hij veelvuldig en met succes in discussie met de leiders van ketterse bewegingen als het manicheïsme en het donatisme. Door zijn inhoudelijke argumenten weet hij veel van hun aanhangers terug te brengen in de universele kerk. Deze scène met de manicheeër Fortunatus moeten we daarom zien als een pars pro toto.
specifiek
Augustinus is afgebeeld als bisschop, hoewel hij het augustijnse habijt onder de bisschopsmantel draagt. Met veel overredingskracht is hij bezig Fortunatus van zijn ongelijk te overtuigen. Met felle oogopslag en met de vingers de argumenten aangevend, richt hij zich tot de weifelende Fortunatus. Die voelt dat hij niet opgewassen is tegen zijn opponent. Hij heeft het hoofd gebogen en “legt zijn handen in de schoot”. Het is onduidelijk wie de twee figuren op de achtergrond voorstellen. De blik en het handgebaar van de oudere figuur met de baard duiden op bewondering: misschien bisschop Valerius? De boeken en de opengevallen brief op de voorgrond benadrukken dat hier een discussie op hoog intellectueel niveau wordt gevoerd.
Dit fresco is gerealiseerd in de linkerbovenhoek van de apsis, naast het centrale raam. De kleine ruimte boven de scène, die begrensd wordt door de met festoenen versierde architraaf, biedt de schilder niet veel mogelijkheden. Het is daarom knap hoe Gozzoli erin slaagt om door middel van een toren en twee bomen tegen een blauwe lucht de zwaarte van voorstelling enigszins te verlichten. Beeldend gezien moet er sprake zijn geweest van kleurrijm tussen de blauwe lucht en de blauwe mantel van de oudere figuur. Helaas is het blauw van de mantel nagenoeg verdwenen.
Tekst : drs. Ger Jacobs
Foto’s : Jan van Lierop, Ger Jacobs, Jan-Martijn van der Werf, en de iconografie op http://www.augustinus.it/iconografia/index.htm.
Met dank aan de Augustijnen van San Gimignano.