CORRIE PEIJNENBORG – MAJOOR

5 maart 1925 Zaandam – 24 april 2024 Eindhoven

Corrie groeide op in Zaandam, kon goed leren maar werd toch naar de huishoudschool gestuurd. Koken was niet haar hobby, maar wat heeft zij in heel haar leven veel plezier beleefd aan de ‘naaldkunst’: het hielp haar familie de hongerwinter door en later vind zij een goede ‘afzetmarkt’ binnen haar eigen gezin. Op eigen benen organiseerde zij zélf haar opleiding tot hoofdverpleegkundige. Op 41 jarige leeftijd trouwde zij met haar Sjaak, een weduwnaar die vier ‘bonuskinderen’ had: een meisje en 3 jongens (van wie de ons bekende Karel de oudste was). Ze heeft hen met veel liefde en zorg omringd. Dankbaar omschreven ze haar als: “Ma was eigenwijs en lief genoeg om het uit te houden. Ze nam alle verhuizingen op de koop toe, draaide als t nodig was elke cent drie keer om. Zorgde voor alles wat we nodig hadden; naaide – of we het no leuk vonden of niet – onverslijtbare kleren; stimuleerde ons om te studeren en bemoeide zich pas echt met ons als er iets mis dreigde te gaan. Ze is jarenlang wekelijks met de trein naar Noord Holland gegaan om voor haar vader en moeder te zorgen. Dat was voor haar vanzelfsprekend.

Maar ze zei tegelijkertijd dat ze dat niet van ons verwachtte, want jullie hebben het al zo druk. Ook voor de kleinkinderen was ze een ‘spelletjesmens’: Oma bleef tot op het laatst Sudoku spelen, maar haar favoriet was Yatsee: ze was competitief en scherpzinnig; en verder gastvrij en geïnteresseerd.

Kortom, ze was een echte moeder voor ons, een doorzetter, ook toen zij op hoge leeftijd, zeer geliefd, na een val in een verzorgingshuis belandde. Tot de laatste uren vóór haar dood zei ze dat ze zo graag honderd wilde worden. Ze kon goed alleen zijn, maar kreeg relatief veel bezoek; bleef geïnteresseerd in de wereld om haar heen. Zonder veel van zichzelf te vertellen vroeg ze je altijd hoe het met jóu ging.” Jarenlang was ze lid van de FAN en deelnemer aan de Augustinusleesgroep o.l.v. Hans van Reisen in Eindhoven. De laatste jaren miste ze dat. Haar diepe geloof droeg haar, zonder er veel over uit te weiden. Ook dat kwam aan de orde tijdens haar uitvaart. Ze wilde nog niet naar ‘haar’ “Grote Baas”, genoot van het leven, haar wil was sterk, maar haar lichaam was op. Ook al werd haar wereld kleiner, ze bleef optimistisch en positief