Broeders en zusters, u kent de woorden uit de Brief van de apostel Johannes: ‘U hebt geen leraar nodig.
De zalving van de Geest leert u alles naar waarheid.’
En u weet ook zeker nog dat ik u dat in deze lijn heb uitgelegd,
dat ik van buiten af spreek tot uw oor, en dat ik dan als het ware de arbeider ben die voor de buitenkant van de boom zorgt.
Maar ik kan hem niet laten groeien en ik kan ook niet zorgen voor vruchten.
Maar als hij die u geschapen heeft, die u heeft vrijgekocht en geroepen,
en die door het geloof en door zijn Geest in u woont,
als hij niet tot u spreekt in uw binnenste,
haalt het niets uit dat ik sta te roepen aan uw oren.
Hoe weten we dat? Omdat niet alle toehoorders zich laten overtuigen door wat er wordt gezegd.
De Geest spreekt alleen in hun binnenste bij degenen die ruimte voor hem maken. En de mensen die ruimte maken voor God zijn de mensen die geen ruimte geven aan de duivel. Want de duivel wil het hart van mensen bewonen, om daar alles te zeggen wat kan helpen om hen te misleiden.
Maar wat zegt onze Heer Jezus? ‘De heerser van deze wereld is uitgebannen.’ Uitgebannen waaruit? Uit hemel en aarde? Uit heel de geschapen wereld? Nee, maar wel uit de harten van wie tot geloof zijn gekomen. En nu ze die indringer buiten gezet hebben, nu kan onze verlosser daar komen wonen.
Want onze schepper is ook onze verlosser.
De duivel valt ons dan wel aan van buiten af, maar hij heeft geen macht over degene die in ons binnenste woont. Van buiten af blijft hij aanvallen met allerlei verleidingen die hij naar binnen stuurt. Maar daar vindt hij geen gehoor bij degene die God tot zich laat spreken in zijn innerlijk, samen met zijn zalving, waarover u hebt gehoord.
(1e Brief van de Apostel Johannes, 4,1)
(Uit: OV 74)