Verslag Ontmoetingsdag FAN in Lindenholt op 26 oktober 2019
Na een kort welkomstwoord van Hans Simis, stellen de zusters Renée en Stella van de zusters Augustinessen van Monica in Utrecht zichzelf voor. Ze zijn vandaag bij ons te gast en zullen, na het bekijken van de twee films die in opdracht van de KRO in 2017 gemaakt zijn, het een en ander toelichten en onze vragen beantwoorden.
We bekijken de eerste film, een compilatie van oude en nieuwe beelden uit het leven van de zusters in Utrecht. Verschillende zusters komen aan het woord, ze halen herinneringen op en vertellen over wat hen nu zoal bezighoudt. Na de film keren Renée en Stella terug naar de tijd van de oprichting van hun kloostergemeenschap. Van meet af aan leefden zij niet alleen als kloosterling, maar waren ook sterk betrokken op het leven om hen heen, vooral bij mensen die het moeilijk hadden. In het begin waren dat vooral moeders en kinderen in noodsituaties. De zusters boden een luisterend oor en hielpen, als dat nodig was, zelf in de gezinnen mee als hulp in de huishouding.
Vooral pater Sebastianus van Nuenen en zuster Augustina van Reisen drukten hun stempel op de snel groeiende kloostergemeenschap. Hun ideeën over het kloosterleven spraken velen van hen aan. Zij wilden één gemeenschap, één kloostergezin vormen dat “één van hart met elkaar samen leefde, naar God toe”. En zij wilden er zijn voor mensen buiten de gemeenschap, want “ieder mens is van waarde, wat je ook denkt en hoe onvolmaakt je ook bent. Mensen zijn gelijkwaardig en voor ieder geldt: ik ben de moeite waard, ik tel mee.” Deze ideeën sloegen overal in het land aan en de gemeenschap groeide. In de hoogtijdagen waren er in zeven steden kloosters van Augustinessen, o.a. in Hilversum, Amsterdam en Sittard. Op een gegeven moment ontstond de behoefte aan een nieuw gebouw, een buitenplaats, waar moeders die geholpen waren van een vakantie konden genieten. Voor ongehuwd, zwangere meisjes werd ‘Meisjesstad’ opgericht, een opvanghuis dat werd gefinancierd door de verkoop van loten door de zusters zelf, die daarvoor het hele land door trokken, en o.a. op scholen over hun werk vertelden. Voor de prijzen die gewonnen konden worden, benaderden zij particulieren en bedrijven. Zo konden zij mensen helpen, doordat anderen hen hielpen, in natura of met geld.
De zusters deden ook aan geloofsverkondiging door hun tijdschrift De Stad Gods, een blad dat nog steeds bestaat. Eens telde het blad 60.000 abonnees, nu zijn het er nog 10.000. Sinds 2016 vormt de gemeenschap van Casella in Hilversum, de redactie. De minimale bijdrage per jaar bedraagt € 10,00. Vroeger werd het abonnementsgeld door de zusters persoonlijk, aan huis opgehaald. Zo legden zij ook menig huisbezoek af! Incidenteel verzorgen de zusters ook andere publicaties, zoals nu het stripboek over de jonge Augustinus. In de Stad Gods verschenen eerder afleveringen van dit stripverhaal.
De zusters deden ook mee aan openbare evenementen. Zo verruilden zij in 1965 hun zwarte habijten voor witte kleren om met de Nijmeegse Vierdaagse mee te lopen. En de laatste tijd zitten er weleens zusters tussen het publiek van een voetbalwedstrijd. Ze zijn dan uitgenodigd door een supporter die daar een vaste box gehuurd heeft. De zusters zorgden ook voor hun eigen ontspanning, en maakten bijv. gebruik van de kelder in Hilversum om feest te vieren. En ze waren creatief bezig met tekenen, knutselen en boetseren. Activiteiten die zij zagen als ‘kernen’ om je aan te laven en waardoor je kunt ontdekken dat ‘je méér kunt dan je denkt’.
Nu de zusters ouder worden en hun aantal kleiner is, kunnen ze veel minder meer betekenen voor mensen buiten de gemeenschap. Ze worden nu meer ‘mantelzorger voor elkaar’. En ieder doet nog wat ze kan. Zo zijn er twee zusters van 97 jr. die nog het archief bijhouden, en één zuster van 98 jr. ruimt na het koffiedrinken altijd trouw de kopjes op.
Tot nu toe stelden de zusters vrijgekomen ruimten in het klooster beschikbaar aan groepen jonge vluchtelingen o.a. voor het volgen van taallessen. Ongeveer 50 jongeren doen elke maand mee. Ook een zuster van 84 jaar geeft nog taalles. Nu is echter besloten dat een aantal ruimten aan de Oude Gracht verkocht zullen worden en de groepen jongeren zullen naar een ander onderkomen op zoek moeten gaan. Tot zover het wel en wee van de zusters Augustinessen in Utrecht.
In de middagpauze kon ieder volop genieten van een heerlijke lunch, die verzorgd werd door de Familia Boskapel. Na de pauze kon een van de filmmakers worden verwelkomd, Annette van Tol, en werd de tweede film vertoond.
Deze film gaat over het laatste initiatief van de Augustinessen: een ‘huisje langs de weg’ (Casella) aanbieden aan jonge mensen van 18 tot 35 jaar die onderweg en zoekende zijn. Het is een boerderij voor stilte en ontmoeting geworden, in Hilversum. De jongeren die aan het woord komen, zijn vol lof over de gastvrijheid die geboden wordt, ze voelen zich vrij en welkom. Het kleine schoolbordje in de vorm van een hart bij hun kamer met hun naam erop, verrast en ontroert hen. Het stiltehuisje en het doorlopen van het labyrint buiten, staan symbool voor hun levensweg, waarbij ze hun vragen met zich meenemen en uiteindelijk in het midden, bij hun ziel, uitkomen. Ook wandelaars die toevallig langs komen, kunnen het labyrint doorlopen. Het labyrint staat symbool voor de gedachte dat “De langste reis van je leven, de reis naar binnen is.” De jongeren zijn ook verrukt over de zeepsteen waarmee ze scheppend bezig kunnen zijn. Jongeren van alle geloven zijn welkom op Casella. Ze nemen deel aan de laagdrempelige, oecumenische vieringen, en zijn samen met leden van de gemeenschap, interactief bezig.
De gemeenschap bestaat uit vier zusters die de kern van de groep vormen, en vier ‘meelevers’, allen jonger dan 45 jaar, die voor een bepaalde tijd de gemeenschap versterken. De gemeenschap wordt geholpen door vrijwilligers. Deze maken deel uit van de Taizéwerkgroep die stiltevieringen verzorgt, ze verrichten hand- en spandiensten in de tuin en in het gebouw, en werken mee met de Stad Gods.
De zusters Renée en Stella lichten toe hoe het initiatief tot stand kwam. Casella was aanvankelijk een onderdeel van het klooster in Utrecht. In de crypte werden door de jongere zusters gebedsdiensten voor jonge mensen gehouden. Een aantal jonge vrouwen kwam in Utrecht wonen als ‘meelevers’. Samen zijn ze enkele keren naar Taizé geweest. Enkele jaren geleden vonden de oudere zusters dat zij de jongere zusters de kans moesten geven om op een andere wijze het kloosterleven te beleven, op een andere plek en op een wijze die jongeren méér aanspreekt. Dat sprak de jongere zusters aan. Gekozen werd voor Hilversum. De jongere zusters meenden dat een habijt afstand schept en omdat ze daar midden in de natuur zouden leven, kozen ze voor kleding in de kleur van de aarde. Dit met in gedachten de woorden van Augustinus uit zijn brief aan Januarius: “Doe zoals je voelt hoe het goed is”. Als teken voor Casella kozen ze voor een Open huis met een Hart met stralen. De stralen staan voor de dingen die hun jonge gasten komen halen en brengen.
De jonge zusters laten zich leiden door de gedachte dat ‘leven’ betekent: ‘bezig zijn en (be-)geleid worden’. Ondanks de nare dingen in de wereld blijven ze hopen en geloven in de goedheid van de ander, en houden ze zich vast aan de woorden van Augustinus over gastvrijheid en vriendschap. Ze worden gesteund door een biddende achterban. En het gaat goed met Casella: alle weekenden zijn steeds volgeboekt!
De zusters vertellen ook dat sinds de oprichting van Casella, de Augustinessen op drie plaatsen wonen: de jongere zusters wonen in Casella, de oudere, nog vitale zusters wonen in Utrecht en de ouderen die verzorging nodig hebben, wonen in Someren. In Utrecht is wekelijks een laagdrempelige eucharistieviering. Gemiddeld 24 zusters met een gemiddelde leeftijd van 84 à 85 jaar nemen daar aan deel.
Vervolgens krijgt Annette van Tol het woord. Samen met haar man Paul Delcourt kreeg ze van de KRO de opdracht om een korte reportage, een documentaire, te maken over de Augustinessen. Ze kende de zusters al langer. Ze is namelijk zangdocente en was dirigente van hun koor in het Hilversumse klooster dat nu gesloten is.
Ze ging zich verdiepen in de verschillende boeken die in de loop van de jaren over de zusters waren uitgebracht. De verhalen in de boeken gingen voor de helft over de zusters zelf, bijv. over hun visie op Augustinus. En ze waren voor de helft verhalen van mensen die door de zusters waren bezocht of geholpen. Ook stond er veel over de kunstwerken die door de zusters gemaakt zijn.
Annette wilde vooral iets laten zien van de inspiratie van de zusters, wat beweegt hen en wat willen zij uitdragen? Ze stelde zich dienstbaar op en hoopte dat elke zuster die zij het woord gaf, zichzelf durfde te zijn en vrijuit over haar gedachten en gevoelens kon spreken. Bij de beschrijvingen van de kunstwerken van de zusters in de boeken, viel haar de bescheidenheid van de zusters op. En in de verhalen over de contacten binnen Meisjesstad, las zij hoe respectvol en onbevooroordeeld de zusters omgingen met de zwangere, ongehuwde meisjes, die door hen consequent met ‘u’ werden aangesproken.
De zusters lieten zich ook inspireren door het geloof en het vertrouwen van pater van Nuenen die grote prijzen durfde uit te loven voor de loterij voor Meisjesstad. Zo heeft hij eens een huis en een veestapel ter waarde van resp. fl 5000,= en van fl 2000,= als prijzen uitgeloofd. Hij vertrouwde op God en op de mensen, hij vertrouwde erop dat het geld voor de prijzen er zou komen, wat ook steeds het geval bleek. De loterij bracht voor de zusters en ook voor andere vrijwilligers veel werk met zich mee. Elke keer wonnen ong. 1000 mensen een prijs. En aan elke winnaar stuurden zij per post een kaartje.
De zusters trotseerden het commentaar van buitenstaanders, bijv. toen enkelen van hen in de jaren ’40 op een fiets door de stad reden. Dat werd schandalig gevonden. Of toen zij zich kleedden met een paarse cape en stropdas. De kleur paars was immers voorbehouden aan priesters. Pater van Nuenen steunde de zusters. Hun kleding was functioneel om huisbezoeken af te leggen, en de fiets hadden zij nodig om bij de mensen te komen voor wie zij huishoudelijk werk deden.
Verschillende foto’s uit de boeken die Annette doornam, heeft ze in de reportage kunnen gebruiken. Ook de zuster die het archief beheert, heeft haar aan veel bruikbaar materiaal kunnen helpen.
Annette vond belangrijk dat de zusters zich herkenden in wat zij filmde. Elk filmfragment legde ze aan de zusters voor, er was dus veel overleg over en weer. Er was sprake van een wisselwerking op basis van vertrouwen. Normaliter heeft een filmmaker het laatste woord. Daarom was er ook veelvuldig overleg nodig met de KRO, en werd met hen een specifiek contract afgesloten. Zo heeft ze in totaal ruim 100 uur film gemaakt, terwijl er voor de documentaire slechts 2 x 24 minuten gebruikt zijn.
De zeer geslaagde Ontmoetingsdag in Lindenholt werd afgerond met een eerste presentatie van de nieuwe website van de FAN, gemaakt door Marga Bakker. Een gebedsdienst en een gezellig samenzijn met een hapje en een drankje nadien sloten de dag af.
Julia van Wel